5 EENVOUDIGE UITSPRAKEN OVER GREENLEAFF UITGELEGD

5 eenvoudige uitspraken over greenleaff Uitgelegd

5 eenvoudige uitspraken over greenleaff Uitgelegd

Blog Article

[21] Een feitelijk belangrijkste kracht kan zijn beperkt tot een komst betreffende een aantal Duitse leenwoorden en een aantal iets anders waarvan slechts ongeveer een helft teruggaat op een bijbelvertaling alleen, en dan niet eens speciaal op deze vertaling. Op een spelling en grammatica bezit die vertaling nauwelijks invloed gehad. Een vertaling was alleen weet voor de 1e uitgave over 1637 archaïsch en week destijds ook alang af over wat gebruikelijk was.[22] Een Statenvertaling volgde de ontwikkeling van het Nederlands ofwel week er zelfs betreffende af; ze heeft nooit een leidende rol gespeeld.

Tegelijk worden hierin voor de spelling aangaande een spraakklanken, een verdeling aangaande de woorden in lettergrepen, het gebruik met dit koppelteken, het deelteken en dit weglatingsteken en het gebruik aangaande hoofdletters voorschriften en aanwijzingen gegeven.

[8] Die standaardtaal moest allicht putten uit alreeds bestaande dialecten, in dit geval, gezien dit overwicht over een Franken in de kerngewesten, voornamelijk het Nederfrankisch, ze dit met een zekere "Ingweoonse" kracht[14] uit het West-Vlaams en Hollands welke gesproken werden in kustgebieden daar waar in vroegere eeuwen zichzelf verschillende Saksische en Friese groepen gevestigd hadden. Wegens deze oorsprong kan een westelijke tak betreffende dit Oudnederfrankisch indien ons vroegmiddeleeuwse voorloper van dit Nederlands beschouwd worden welke in die context dan mits Oudnederlands aangeduid is.[8] Het beklemtonen met zo'n oude aftakking kan desalniettemin verhullen dat het evenzeer typisch kan zijn voor de nationale Germaanse talen het ze uit ons veelvoud met elkaar beïnvloedende dialectgroepen afgeleid zijn, wat wat verder nog meer geldt voor dit Duits vervolgens het Nederlands.[15]

De bijgaande kaarten melden wat betreft een situatie in 1972 geoorloofd een te rooskleurig beeld omdat ze niet gebaseerd bestaan op ons representatieve enquête tussen de bewoners, doch op de opgaven met enige gezaghebbende personen per gemeente. Dit kaartje "taalgrens door een eeuwen heen" geeft met in welk gebied daar mensen betreffende Nederlands ingeval moedertaal te ontdekken waren, niet hoe hoog hun aandeel op de totale populatie was.

24. Limburgs, waarvan de staat ten opzichte van dit Nederlands enigszins omstreden kan zijn; het is door een Nederlandse overheid mits streektaal erkend, doch niet door de Belgische overheid.

Dit Frankisch ontwikkelde zich vanaf de vroege middeleeuwen in het huidige Nederlandstalige gebied tot het Oudnederlands. Het Oudnederlands, dat wil zeggen het Nederlands bijvoorbeeld het van een 6de tot dit middelpunt over een 12e eeuw werden gesproken, was een voorloper met het Middelnederlands. De spelling aangaande dit Middelnederlands volgde een spreektaal, welke per regio sterk kon verschillen. Het was aanvankelijk ook niet zo essentieel toentertijd daar nog gering in een volkstaal op schrift werden gesteld en een meeste mensen, buiten een hogere geestelijke stand, tevens analfabeet waren en daar dus niet heel wat gelezen werden. Tijdens de hele middeleeuwen werden alle essentiele geschriften en officiële documenten in het Latijn geschreven hetgeen een lingua franca met een Europese elite was. In een 16e eeuw, destijds de geletterdheid bij een 'normale' bewoners duurzaam steeg en daardoor ook het Nederlands steeds belangrijker werden wanneer schrijftaal, werden meerdere pogingen ondernomen een eenduidige spelling te uitvoeren.

[9] Wel kan zijn dit zo dat ingeval belangrijkste Germaanse stam, na de Romeinse tijd in Holland, in een delta aangaande Rijn, Maas en Schelde, de Franken heel wat sterker hun stempel beschikken over gezet op een vorming met hetgeen later een Nederlandse standaardtaal is geworden dan verwante West-Germaanse stammen indien de Friezen en een Saksen, die meer in een kuststreken, respectievelijk oostelijk over een IJssel woonden. Daarom is de huidige verwantschap van dit Nederlands en Duits (het voor een belangrijk deel ook op dit Frankisch kan zijn terug te voeren) ook groot, betreffende name wat betreft de woordvolgorde.

Ook de vele immigranten, in het begin uit Zuid-Europa en achteraf uit Marokko en Turkije adopteerden dit Frans indien voertaal in hun contacten met overheid en derden, en deden dit aantal Franssprekenden stijgen. Dit precieze aantal Nederlandstaligen (ingeval moedertaal) tussen een Brusselse bewoners kan zijn niet vertrouwd; schattingen hierover lopen uiteen naargelang de politieke strekking welke een bron aanhangt.

Het oudste in het Nederlands geschreven boek het momenteel vertrouwd kan zijn, kan zijn het handschrift aangaande een Wachtendonckse Psalmen, zo genoemd tot een Luikse kanunnik Arnold Wachtendonck, welke dit in een 16e eeuw in bezit had. In 1591 dateerde Justus Lipsius dit op omstreeks 900. Dit boek is overgeleverd in een gedaante aangaande een gedeeltelijke kopie; na Lipsius is het nooit verdere teruggezien. Dit is waarschijnlijk ontstaan in de streek daar waar het zich 700 jaar later alsnog continue bevond: in dit Nederlandstalig deel met het prinsbisdom Luik, mogelijkerwijs in de Abdij aangaande Munsterbilzen, een adellijk stift, waaraan Wachtendonck indien rector aangevoegd was.

Omdat een Nederlanders de ganse aardbol afvoeren om koloniën te stichten en handel te drijven ontstonden daar vereenvoudigde vormen van dit Nederlands en een mengelmoes met Nederlandse dialecten (vooral het Zeeuws en Hollands) en inheemse talen.

Tot einde twaalfde eeuw werden al die serieuze geschriften en officiële documenten in dit Latijn geschreven hetgeen een lingua franca over de Europese elite was. Uit die periode dateren echter tevens de 1e Nederlandstalige stukken. Dat blijkt uit afschriften uit 1237 betreffende legislatieve teksten uit Gent in het Nederlands betreffende 1178, 1204-1211 en 1218. Dat zijn vertalingen aangaande inhoudelijk identieke teksten in het Latijn. De statuten betreffende een leprozerie betreffende Gent kan zijn een oudste, in dit origineel overgeleverde niet-literaire tekst in het Middelnederlands. Dit handschrift dateert van 1236. Tevens het kan zijn ons vertaling over ons inhoudelijk identieke tekst in dit Latijn die nagenoeg gelijktijdig is opgesteld.

Hedendaagse taalstrijd in de Voerstreek In 1830 werd een Belgische onafhankelijkheid uitgeroepen — weet zou dit nog tot 1839 duren voor Willem I een toestand officieel erkende — en de Belgische Franstalige elite (de Belgische adel en rijke burgerij aangaande dit website economisch dominante Wallonië maar ook de Vlaamse bourgeoisie) bevoordeelde meteen wederom dit Frans.

Mits gevolg met de 2e Wereldoorlog in Holland was er in een jaren 50 ons omvangrijke omslag in de Nederlandse literatuur. Het idealistische leek te zijn verdwenen en daarvoor in een regio kwam een rauwe realiteit, de onmenselijkheid, en veel aandacht voor lichamelijkheid en seksualiteit.

Vanaf 1550 ontwikkelt zich uit deze dialecten tussen invloed aangaande ons streven naar uniformiteit en standaardisatie het Nieuwnederlands. Deze taal stond in het begin bij sterke invloed betreffende een Vlaamse en Brabantse dialecten en later van dit Hollands. Tevens speelde dit Limburgs een rol, en in mindere mate verder een Noordoostelijke dialecten: dit Nedersaksisch.

Report this page